Uitleg over een Volmolen
Een volmolen of voldersmolen werd gebruikt om wol te ‘vollen’.
Vollen is een nabewerking van geweven wollen stof waardoor de kwaliteit sterk verbeterde. Deze
wollen stof was een tussenproduct van de lakenindustrie. De bedoeling was om de weefselstructuur
dichter en vaster te maken (vervilten). Om dit te bereiken moest de stof urenlang, voor sommige
kwaliteiten zelfs dagenlang, gekneed worden. Hiertoe stonden in de begintijd voetvollers
in een kuip en stampten met hun voeten op het natte laken. Hierbij werden toevoegingen zoals
aarde, urine en zeep gebruikt om het vervilten te bevorderen.
Later werden volmolens, aangedreven door paarden, wind of water toegepast, die met houten
stampers het laken bewerkten.
Bij de met water aangedreven volmolen kon het scheprad uitwendig, maar in de steden was dit
meestal inwendig, van de molen zijn aangebracht. Het water stroomde dan onderlangs de molen
door een duiker.